bandlangoer
- Geluid: bandlangoer (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- band·lan·goer
- samenstelling van band zn en langoer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandlangoer | bandlangoeren |
verkleinwoord | bandlangoertje | bandlangoertjes |
de bandlangoer m
- (primaten) Presbytis femoralis primaat uit de familie van de apen van de Oude Wereld (Cercopithecidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Martin in 1838
- echte langoeren, apen van de Oude Wereld, smalneusapen, apen, primaten, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'bandlangoer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.