balie

- ba·lie
de balie v
- langgerekte bank van waarachter men klanten bedient
- We kunnen nog wel iemand aan de balie gebruiken.
- ▸ Bij de balie van het hotel stond een kleine roze leenfiets waarop ik tevreden richting het winkelcentrum fietste.[4]
- ▸ Zo staat de bibliothecaresse erbij, hoort de verhalen aan, die ze al lijkt te kennen, met de piëteit van een non die, al staat ze nog zo in de ademtocht van de duivel, toch barmhartigheid kan schenken aan deze armzalige, gevallen ziel. Yousef Slaoui beent de balie voorbij. Hij voelt haar blik in zijn rug prikken, en ook de zwerver is lichtelijk afgeleid, neemt hoorbaar een slok van zijn koffie, probeert dan een halfslachtige poging te doen zijn verhaal te hervatten, wat niet lukt.[5]
- (juridisch) een beroepsvereniging van advocaten
- (bouwkunde) balustrade, hekwerk, leuning
- De balies van de brug zijn samengesteld uit giet- en smeedijzer.
- Het woord balie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "balie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ balie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ balie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Safae el Khannoussi“Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim
, ISBN 9789493339125
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be