bagge
- bag
- [A] erfwoord via Middelnederlands bagge van Oudnederlands bagga, in de betekenis van ‘varken, big’ aangetroffen vanaf 701 [1] [2] [3] [4]
- [B] via Middelnederlands bage en Frans bague van Latijn baca "bes; parel" [5] [6]
[A], [B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bagge | baggen |
verkleinwoord |
[A] de bagge v
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie in de betekenis 'juweel'.
- sieraad in de vorm van een edelsteen in een ring of een andere vorm
- Het woord bagge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ big op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "bagge" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bag (juweel) op website: Etymologiebank.nl