bacchanaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bacchanaal (hulp, bestand)
- IPA: / bɑxaˈnal / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bac·cha·naal
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem: van Latijn Bacchanalia uitbundige meerdaagse feest ter ere van Bacchus, de in Rome gebruikelijke benaming voor Dionysos de Griekse god van de wijn en de extase, in de betekenis van ‘drinkgelag’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bacchanaal | bacchanalen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bacchanaal o
- (geschiedenis) (religie) Romeins feest ter ere van Bacchus
- woest drinkgelag, losbandige drinkpartij
-
1. feest ter ere van Bacchus (afgebeeld op Romeinse sarcofaag)
-
2. losbandige drinkpartij: "Bacchanaal" (Cornelis van Haarlem )
Synoniemen
Verwante begrippen
- [2] dronkenschap, orgie, roes, drank
Vertalingen
1. een feest ter ere van Bacchus
2. een woest drinkgelag, een losbandige drinkpartij
Gangbaarheid
- Het woord bacchanaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bacchanaal" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "bacchanaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be