• bac·cha·naal
  • eponiem: van Latijn Bacchanalia uitbundige meerdaagse feest ter ere van Bacchus, de in Rome gebruikelijke benaming voor Dionysos de Griekse god van de wijn en de extase, in de betekenis van ‘drinkgelag’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bacchanaal bacchanalen
verkleinwoord

het bacchanaalo

  1. (geschiedenis) (religie) Romeins feest ter ere van Bacchus
  2. woest drinkgelag, losbandige drinkpartij
63 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[2]