• bør

bør

  1. tegenwoordige tijd van burde


  • bør
  • Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoorse woord byrðr
  • Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoorse woord burðr.
  • Zelfstandig naamwoord [C]: Afkomstig van het Oudnoorse woord byrr.
Naar frequentie 280
m/v
[A]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bør     m: børen
v: børa  
  bører     børene  
genitief   børs     m: børens
v: børas  
  børers     børenes  

bør

  1. tegenwoordige tijd van burde

[A] bør m / v

  1. last, lading, vracht


m
[B] + [C]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bør     børen     bører     børene  
genitief   børs     børens     børers     børenes  

[B] bør m

  1. (zoötomie) (van een zoogdier) baarmoeder, uterus

[C] bør m

  1. gunstige wind


  • bør
  • Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoorse woord byrðr
  • Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoorse woord burðr.
  • Zelfstandig naamwoord [C]: Afkomstig van het Oudnoorse woord byrr.

bør

  1. tegenwoordige tijd van burda

bør

  1. tegenwoordige tijd van burde

bør

  1. tegenwoordige tijd van byrja

bør

  1. tegenwoordige tijd van byrje
v
[A]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bør     børa     bører     børene  

[A] bør v

  1. last, lading, vracht
m
[B] + [C]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bør     børen     børar     børane  

[B] bør m

  1. (zoötomie) (van een zoogdier) baarmoeder, uterus

[C] bør m

  1. gunstige wind
  2. gang, vaart