automechanik

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

automechanik m

1. (beroep) automonteur, monteur

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /aʊ̯tɔmɛxaɲɪk/

Woordafbreking

• au·to·me·cha·nik

Zelfstandig naamwoord

automechanik m bezield

1. (beroep) automonteur, monteur

   «Automechanik spravil moje auto.»

   De automonteur repareerde mijn auto.

Verbuiging

		enkelvoud	meervoud
nominatief		automechanik	automechanici / automechanikové
genitief		automechanika	automechaniků
datief	korte vorm	automechaniku	automechanikům
	lange vorm	automechanikovi
accusatief		automechanika	automechaniky
vocatief		automechaniku	automechanici / automechanikové
locatief	korte vorm	automechaniku	automechanicích
	lange vorm	automechanikovi
instrumentalis		automechanikem	automechaniky

Synoniemen

• mechanik m bezield
• opravář m bezield

Hyperoniemen

• povolání o

Afgeleide begrippen

• automechanička v

Verwante begrippen

auto m autodílna v automechanický

automechanika v automobil m onbezield autoservis m onbezield

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)