Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·fo·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autofocus -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de autofocusm

  1. (fotografie) automatische scherpstelling bij camera's, diaprojectors, vergrotingsapparaten enz
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be