attributie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: attributie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- at·tri·bu·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van attribuut met het achtervoegsel -ie
- afgeleid van het Franse attribution of daarvoor van het Latijnse 'attributio' (assignatie, attribuut)
- Naamwoord van handeling van attribueren met het achtervoegsel -tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attributie | attributies |
verkleinwoord | attributietje | attributietjes |
Zelfstandig naamwoord
- de toekenning, toeschrijving, toedeling
- (juridisch) de rechtstreekse toekenning van een bevoegdheid tot rechtspraak of bestuur aan een overheidsorgaan.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord attributie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "attributie" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be