• atoom·splij·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord atoomsplijting atoomsplijtingen
verkleinwoord - -

de atoomsplijtingv

  1. (natuurkunde) splitsing van de atoomkernen, waarbij massa in energie wordt omgezet
     Het is dan ook volkomen begrijpelijk dat in de Verenigde Staten na „duizend reactorjaren" de onrust snel groter wordt. Niet alleen bij de bevolking, maar ook en vooral bij deskundigen en zij die vroeger de atoomsplijting als energiebron enthousiast verdedigden.[1]
  1.   Weblink bron “Argumenten kernenergie-elite gelukkig niet doorslaggevend” (9 februari 1976) op nrc.nl