• atoom·roos·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord atoomrooster atoomroosters
verkleinwoord - -

het atoomroostero

  1. (scheikunde) vaste stof waarin de kleinste deeltjes van chemische elementen een doorgaand patroon vormen waarbinnen geen afzonderlijke moleculen zijn aan te wijzen
  2. (kristallografie) patroon waarin de kleinste deeltjes van chemische elementen in een kristal zijn gerangschikt
    • Druppeltjes van een legering van goud en silicium kunnen vloeibaar blijven tot bijna vierhonderd graden onder hun normale stollingstemperatuur. De onderzoekers uit Grenoble die het kunststukje uithaalden, gebruikten gouddruppeltjes die op een siliciumondergrond lagen. Dat was beslissend: de goudatomen op het grensvlak ordenden zich in het atoomrooster van het silicium, en dat is een ordening waarbij goud vloeibaar is. [2]