astrant
- as·trant
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | astrant | astranter | astrantst |
verbogen | astrante | astrantere | astrantste |
partitief | astrants | astranters | - |
astrant [2]
- van een persoon dat deze (te) vrijmoedig is
- Het woord astrant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "astrant" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ astrant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Nederland wint vernieuwde editie Groot Dictee” (19-12-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron Tom Janssens“Koningin Elisabethwedstrijd dag 2. Wagner zingen vergt meer dan drie haren op de borst” (30/05/2014), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be