• astig·ma·tis·me
enkelvoud meervoud
naamwoord astigmatisme -
verkleinwoord - -

het astigmatismeo

  1. (medisch) het onduidelijk zien, veroorzaakt door ongelijke breking van hoornvlies of lens
50 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be