arbeidsproductief


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·pro·duc·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen arbeidsproductief arbeidsproductiever arbeidsproductiefst
verbogen arbeidsproductieve arbeidsproductievere arbeidsproductiefste
partitief arbeidsproductiefs arbeidsproductievers -

Bijvoeglijk naamwoord

arbeidsproductief

  1. genoeg producerend in een bepaald tijdseenheid
     "Het is een prioriteit dat iedereen kan meedoen", stelt de woordvoerder. Om het aantrekkelijker te maken voor werkgevers om mensen met een beperking in dienst te nemen, die niet 100 procent arbeidsproductief zijn, hoeven die straks maar een deel van het minimumloon te betalen. De werknemer moet voor het overige deel zelf een subsidie aanvragen.[1]


Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Van Ark na brief Noortje: alle mensen met een beperking moeten mee kunnen doen” (Maandag 9 april 2018, 13:50), NOS