• ar·beids·loon
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsloon arbeidslonen
verkleinwoord arbeidsloontje arbeidsloontjes

het arbeidsloono

  1. inkomsten die men ontvangt door het uitvoeren van werk
    • Mijn arbeidsloon wordt meestal rond de 20e gestort. 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]