antiviraal
- Geluid: antiviraal (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɑntiviˈraɫ/
- an·ti·vi·raal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | antiviraal | antiviraler | antiviraalst |
verbogen | antivirale | antiviralere | antiviraalste |
partitief | antiviraals | antiviralers | - |
antiviraal
- (medisch) werkzaam tegen virussen
- Dat is een goed antiviraal middel.
- Het woord antiviraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.