antilopegrondeekhoorn

 
  • an·ti·lo·pe·grond·eek·hoorn
enkelvoud meervoud
naamwoord antilopegrondeekhoorn antilopegrondeekhoorns
verkleinwoord antilopegrondeekhoorntje antilopegrondeekhoorntjes

de antilopegrondeekhoornm

  1. (knaagdieren) Ammospermophilus leucurus   knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Merriam in 1889