• an·leggs·mid·ler
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief               anleggsmidler     anleggsmidla
anleggsmidlene  
genitief               anleggsmidlers     anleggsmidlas
anleggsmidlenes  

anleggsmidler, mv (van o)

  1. (boekhouding) het ingelegde vermogen, vaste activa, onroerend goed
    «Anleggsmidler er normalt verdsatt til anskaffelsesverdien og deretter redusert med årlige regnskapsmessig avskrivninger.»
    Vaste activa worden gewoonlijk gewaardeerd met de aanschaffingskosten en vervolgens verlaagd door de jaarlijkse boekhoudkundige afschrijvingen.

anleggsmidler

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van anleggsmiddel