• an·leggs·mid·del
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   anleggsmiddel     anleggsmiddelet
anleggsmidlet  
  anleggsmiddel
anleggsmidler  
  anleggsmidla
anleggsmidlene  
genitief   anleggsmiddels     anleggsmiddelets
anleggsmidlets  
  anleggsmiddels
anleggsmidlers  
  anleggsmidlas
anleggsmidlenes  

anleggsmiddel, o

  1. (boekhouding) een object van het ingelegde vermogen (vaste activa, onroerend goed)
    «Et anleggsmiddel som er varig ute av bruk, vil ikke ha noen bruksverdi.»
    Een object van de vaste activa dat permanent buiten gebruik is, heeft geen waarde.

anleggsmiddel

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van anleggsmiddel
  1. anleggsmidler Store norske leksikon (in het Noors; geraadplegd 2022-03-23)


  • an·leggs·mid·del
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   anleggsmiddel     anleggsmiddelet     anleggsmiddel     anleggsmidla  

anleggsmiddel, o

  1. (boekhouding) een object van het ingelegde vermogen (vaste activa, onroerend goed)

anleggsmiddel

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van anleggsmiddel