• mid·de·len

demiddelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord middel

middelen

  1. overgankelijk het gemiddelde nemen van een reeks getallen
    • Ik middel de beschikbare gegevens over een vrij lange periode. 
    • Bij meten is het verstandig meermalen te meten en de resultaten te middelen. 
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be