• an·gi·na
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘keelziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord angina angina's
verkleinwoord - -

de anginav / m

  1. (medisch) is een ontsteking van de keelamandelen (tonsillen). Tonsillitis wordt meestal veroorzaakt door een virus, maar streptococcen kunnen ook de veroorzakers zijn
78 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
angina anginas

angina

  1. ontsteking van de keel of amandelen
  2. afkorting van angina pectoris
  3. pijn op de borst of kortademigheid die wordt veroorzaakt door een blokkade in de aderen