angina
- an·gi·na
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘keelziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | angina | angina's |
verkleinwoord | - | - |
- (medisch) is een ontsteking van de keelamandelen (tonsillen). Tonsillitis wordt meestal veroorzaakt door een virus, maar streptococcen kunnen ook de veroorzakers zijn
1.
- Het woord angina staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "angina" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "angina" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ angina op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
angina | anginas |
angina
- ontsteking van de keel of amandelen
- afkorting van angina pectoris
- pijn op de borst of kortademigheid die wordt veroorzaakt door een blokkade in de aderen