Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: alto's


  • al·toos

altoos

  1. op elk moment
  2. steeds opnieuw
65 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[4]


  • samenstelling van  al vn  "heel" en de genitief *toges van een zn *toog afgeleid van  tijgen ww  "trekken", dus: "gedurende de hele trek" [1][2]

altoos

  1. altijd