allerverdrietigst


  • al·ler·ver·drie·tigst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen allerverdrietigst
verbogen allerverdrietigste

allerverdrietigst

  1. uiterst verdrietig
     Ik had hem vooral in de gaten gehouden omdat ik zijn verhaal kende - de sociaal werkers hadden me over iedere jongen bijgepraat - en dat verhaal sprong er voor mij uit als het allerverdrietigst.[1]
  1. Strayed, Cherl
    “Schitterende kleine dingen” (2021), Thomas Rap  , ISBN 9789400408784