allerjongst
- Geluid: allerjongst (hulp, bestand)
- al·ler·jongst
- intensiverende samenstelling van aller "genitief van het onbepaald voornaamwoord al" en jongst "overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord jong"
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | allerjongst | ||
verbogen | allerjongste |
allerjongst [1]
- zeer jong
- ▸ In Beeld: Allerjongste ruiters leren hindernissen beteugelen op de bixie in Bentelo[2]
- zeer recent
- Het woord allerjongst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Bjorn Weinreder“In Beeld: Allerjongste ruiters leren hindernissen beteugelen op de bixie in Bentelo” (27-07-2024), Tubantia