allerchristelijkst
- al·ler·chris·te·lijkst
- intensiverende samenstelling van aller "genitief van het onbepaald voornaamwoord al" en christelijkst "overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord christelijk"
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | allerchristelijkst | ||
verbogen | allerchristelijkste |
allerchristelijkst [1]
- zeer sterk het christelijke geloof belijdend
- Het woord allerchristelijkst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.