• ag·nos·ti·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord agnosticus agnostici
verkleinwoord agnosticusje agnosticusjes

de agnosticusm

  1. (religie) iemand die ten aanzien van het bovennatuurlijke stelt dat dit niet te kennen valt
    • Hij is van agnosticus een fanatiek moslim geworden. 
81 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be