agnosticus
- Geluid: agnosticus (hulp, bestand)
- ag·nos·ti·cus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agnosticus | agnostici |
verkleinwoord | agnosticusje | agnosticusjes |
de agnosticus m
- (religie) iemand die ten aanzien van het bovennatuurlijke stelt dat dit niet te kennen valt
- Hij is van agnosticus een fanatiek moslim geworden.
1. iemand die ten aanzien van het bovennatuurlijke stelt dat dit niet te kennen valt
- Het woord agnosticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agnosticus" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be