Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·weer·stof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afweerstof afweerstoffen
verkleinwoord afweerstofje afweerstofjes

Zelfstandig naamwoord

de afweerstofv / m

  1. De stoffen die het lichaam maakt om een infectieziekte te bestrijden.
    • Hoe langer echter de Lyme-bacterie in het lichaam rondzwerft, hoe groter het aantal afweerstoffen en hoe groter ook de kans dat deze klachten veroorzaken. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid