afwasbaar
- af·was·baar
- Naamwoord van handeling van afwassen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afwasbaar | afwasbaarder | afwasbaarst |
verbogen | afwasbare | afwasbaardere | afwasbaarste |
partitief | afwasbaars | afwasbaarders | - |
afwasbaar
- geschikt om met water en zeep te worden schoongemaakt
- Afwasbare muurverf is in een keuken heel handig, vooral als men niet met muurtegels kan werken.
- Het woord afwasbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwasbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be