• af·voe·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord afvoering afvoeringen
verkleinwoord

de afvoeringv

  1. het verwijderen van iets of iemand
  2. de hoeveelheid water die door een rivier stroomt
  3. beweging van een lichaamsdeel van het lichaam af
91 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be