Nederlands

 
aftakas
Uitspraak
Woordafbreking
  • af·tak·as
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aftakas aftakassen
verkleinwoord aftakasje aftakasjes

Zelfstandig naamwoord

de aftakasv / m

  1. (techniek) (landbouw) is een cardanaandrijving met een schuifkoppeling, en snelkoppelingen aan beide zijden voor het overbrengen van vermogen van een trekker/werktuigdrager naar een werktuig
     Wie verliest er nu een aftakas, of een gehoorapparaat? En waarom worden verloren mobieltjes niet opgehaald? Zomaar wat vragen op de afdeling gevonden voorwerpen van de gemeente Wierden.[1]
     De Unimog is goedkoper. Net als de Luctor heeft hij een aftakas achterop, maar daarbij ook een frontaftakas en een laadbak. De Luctor heeft daarentegen met 450 pk veel meer vermogen dan de Unimog, die hooguit 295 pk ter beschikking heeft.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

16 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Stof vangen in de kelder van Wierden” (04-07-2006), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Bart van den Dikkenberg
    “Hovertrack Luctor: tractor voor de snelweg” (22-08-2013), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be