afgezonderd
- Geluid: afgezonderd (hulp, bestand)
- af·ge·zon·derd
- vervoeging van afzonderen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en gezonderd ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afgezonderd | afgezonderder | afgezonderdst |
verbogen | afgezonderde | afgezonderdere | afgezonderdste |
partitief | afgezonderds | afgezonderders | - |
afgezonderd
- in isolatie gebracht, geen contact meer hebben met de groep waartoe men behoorde
- ▸ Doordat ik nu opeens zo afgezonderd was, voelde het alsof ik op een andere planeet was beland.[1]
afgezonderd
- in isolatie
vervoeging van: | afzonderen… |
verbogen vorm: | afgezonderde |
afgezonderd
- voltooid deelwoord van afzonderen
- Het woord afgezonderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgezonderd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be