• af·drei·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord afdreiging afdreigingen
verkleinwoord

de afdreigingv

  1. (juridisch) een vorm van afpersing waarbij geen gebruik wordt gemaakt van geweld, noch wordt gedreigd met geweld
     Daarop deden Johnny de Mol en zijn vader, Talpa-oprichter John de Mol, aangifte tegen Kaes en haar adviseur voor poging tot afdreiging, een vorm van afpersing waarbij geen gebruik wordt gemaakt van (dreiging met) geweld. Als reactie hierop deed de adviseur weer aangifte tegen John en Johnny de Mol wegens het doen van een valse aangifte. Een officier van justitie in Amsterdam beoordeelt deze drie aangiftes.[1]
     Van politici wordt er door velen een voorbeeldfunctie verwacht en een hogere standaard wat betreft ethisch gedrag. De beschuldiging van chantage die Rutte naar zijn hoofd geslingerd krijgt valt voorlopig onder deze noemer. Maar of er ook sprake is van juridische chantage is maar zeer de vraag. Het woord chantage wordt in juridische zin niet gebruikt. Daar wordt er gesproken van afpersing of afdreiging.[2]
  1.   Weblink bron
    Maxime Segers
    “Shima Kaes sprakeloos door vliegtuigjes die haar steunen in strijd tegen ex Johnny de Mol” (19-07-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Wiek van Gemert
    “Op zoek naar de grens tussen lobby en chantage” (9 november 2017), HP de Tijd