Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·be·ta·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afbetaling afbetalingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de afbetalingv

  1. een geleidelijke betaling in termijnen
    • De afbetaling van de schuld is erg belangrijk. 
     Beide apparaten zijn contant betaald, je moet geen schulden maken, op afbetaling is niets voor ons.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. afbetaling op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be