adderengebroed
- Geluid: adderengebroed (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑdərə(n)ɣəˌbrut / (5 lettergrepen)
- ad·de·ren·ge·broed
- samenstelling van adder zn en gebroed zn met het invoegsel -en- , letterlijk: nest jonge adders, gebruikt als vertaling van Oudgrieks γεννήματα (gennémata) "voortbrengsels" ἐχιδνῶν (echidnoon) "van adders" in de Bijbel, Matteüs 12:34, Jezus' uithaal naar de Farizeeën [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adderengebroed | - |
verkleinwoord | - | - |
het adderengebroed o
- (pejoratief) boosaardige mensen, die door nijd en laster het geluk van anderen vergiftigen
- Het woord adderengebroed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.