achterstal
  • ach·ter·stal
enkelvoud meervoud
naamwoord achterstal achterstallen
verkleinwoord achterstalletje achterstalletjes

de achterstalm [3]

  1. het niet op tijd zijn, iets wat je eerder had moeten doen (m.n. het geld dat men eerder had moeten betalen)
     De ministerraad heeft donderdag op voorstel van minister van Economie Johan Vande Lanotte een aantal nieuwe regels rond het consumentenkrediet goedgekeurd. Momenteel hebben 319.042 landgenoten achterstal van betaling bij dergelijke kredieten en dat moet naar omlaag.[4]
     Aangezien dat akkoord deze week ongedaan is gemaakt, moet Oekraïne het achterstal van omgerekend 8,3 miljard euro ophoesten, zei Miller in een interview met Russische staatszenders.[5]
     Volgens de betrokken psychiater was er eind vorig jaar een achterstal van 162.000 euro in de betaling van zijn erelonen door de FOD Justitie. ‘Na verschillende tussenkomsten bij het kabinet van de minister werd beloofd dat er tegen eind november 74.000 euro betaald zou worden.’[6]
  2. (bouwkunde) (veeteelt) achterste ruimte waar dieren gehuisvest zijn
  1. achterstal op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4.   Weblink bron
    kidr
    “Strengere regels voor wie lening niet kan afbetalen” (19/12/2013), De Standaard
  5.   Weblink bron
    Jta
    “Rusland eist 11 miljard dollar ‘gasschuld’ van Oekraïne” (05/04/2014), De Standaard
  6.   Weblink bron “Verdachte vrijgelaten omdat psychiater niet werd betaald” (11/01/2016), De Standaard