achterroef
- Geluid: achterroef (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑxtəˌruf / (3 lettergrepen)
- ach·ter·roef
- samenstelling van achter bw en roef zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterroef | achterroeven |
verkleinwoord | achterroefje | achterroefjes |
- (scheepvaart) verblijfplaats voor bemanningsleden van een schip aan de achterzijde van een schip
- Het woord 'achterroef' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.