abrase
vervoeging van |
---|
abrasar |
abrase
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasar
vervoeging van |
---|
abrasarse |
abrase
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasarse
- IPA: /abrazɛ/
- ab·ra·se
- Afgeleid van het Latijnse abrasio
abrase v
- (verouderd) (medisch) abrasie
- (verouderd) (geologie) abrasie; de mechanische schuring die deeltjes van een gletsjer, wind, water veroorzaken op oppervlakte van gesteente
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | abrase | abrase |
genitief | abrase | abrasí |
datief | abrasi | abrasím |
accusatief | abrasi | abrase |
vocatief | abrase | abrase |
locatief | abrasi | abrasích |
instrumentalis | abrasí | abrasemi |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.