vervoeging van
abrasar

abrase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasar
vervoeging van
abrasarse

abrase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrasarse


  • ab·ra·se

abrase v

  1. (verouderd) (medisch) abrasie
  2. (verouderd) (geologie) abrasie; de mechanische schuring die deeltjes van een gletsjer, wind, water veroorzaken op oppervlakte van gesteente
  1. výškrab m onbezield
  2. -