Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Abraham


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abra·ham
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abraham abrahams
verkleinwoord abrahammetje abrahammetjes

Zelfstandig naamwoord

de abrahamm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) pop die Abraham voorstelt, gegeven aan mannen die vijftig jaar worden, gemaakt van brooddeeg, speculaas of ander materiaal
    • Hij kreeg een abraham op zijn 50e verjaardag. 
  2. vijftig jaar oude man
     Tientallen familieleden, vrienden, buren en andere dorpsbewoners kwamen woensdagavond langs om de kersverse abraham te feliciteren.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. abraham op website: Etymologiebank.nl
  3. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  4.   Weblink bron
    Michel van Ballegooij
    “Feestelijke optocht voor jarige Bart (50): ‘In zijn enthousiasme gaf hij zelfs een paar mensen een hand’” (26 april 2020) op ad.nl  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be