vijftigjarige
- Geluid: vijftigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɛiftəxˌjarəɣə / (5 lettergrepen)
- vijf·tig·ja·ri·ge
- bn: vijftigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van vijftigjarig bn met het achtervoegsel -e
vijftigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van vijftigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een vijftigjarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijftigjarige | vijftigjarigen |
verkleinwoord |
- levend wezen dat 50 jaar oud is of iets dat 50 jaar bestaat
- De vijftigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord vijftigjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.