50-jarige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 50-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
50-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 50-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 50-jarige periode zonder uitbarstingen.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 50-jarige | 50-jarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- persoon die 50 jaar oud is of iets dat 50 jaar bestaat
- De 50-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord 50-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.