vijftiger
Niet te verwarren met: Vijftiger |
- vijf·ti·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijftiger | vijftigers |
verkleinwoord |
de vijftiger m
- iemand die tussen de 50 en 60 jaar oud is
- Houvast, zoeken naar begrip - dat is het antwoord dat de meesten geven op de vraag waarom ze uit hun digitale zuil proberen te komen. Edwin van der Veer, een vijftiger die zich herkent in de ideeën van de SP, zoekt daarom juist naar rechtse opvattingen op Twitter. „Ik wil de vinger aan de pols houden. Brexit en de verkiezing van Trump hoeven je niet te verrassen, als je goed blijft luisteren en lezen. Ik wil niet door zulk nieuws worden overvallen.”[2]
- Het woord vijftiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vijftiger" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reinier Kist Lineke Nieber 10 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be