Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aar·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aarding aardingen
verkleinwoord aardinkje aardinkjes

Zelfstandig naamwoord

de aardingv

  1. (elektrotechniek) aardleiding, verbinding van delen van een elektrisch circuit of een elektrisch toestel met de aarde, ter verhindering dat de betrokken delen een gevaarlijke spanning ten opzichte van de aarde zouden opbouwen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be