aanvatting

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanvatting    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·vat·ting

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van Naamwoord van handeling van aanvatten met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanvatting	aanvattingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvatting v

1. de start van een activiteit of handeling

Synoniemen

• aanpak, begin, start, aftrap, aanvang

Verwante begrippen

• hervatting

Gangbaarheid

• Het woord 'aanvatting' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.