aanschouwbaar
- Geluid: aanschouwbaar (hulp, bestand)
- IPA: / anˈsxɑuwbar / (3 lettergrepen)
- aan·schouw·baar
- Naamwoord van handeling van aanschouwen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanschouwbaar | aanschouwbaarder | aanschouwbaarst |
verbogen | aanschouwbare | aanschouwbaardere | aanschouwbaarste |
partitief | aanschouwbaars | aanschouwbaarders | - |
aanschouwbaar
- duidelijk waarneembaar dus bijvoorbeeld niet alleen maar omschreven met woorden
- De natuurkunde leraar wist met ijzerpoeder het magnetischveld aanschouwbaar te maken.
- Het woord 'aanschouwbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.