• aan·schouw·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aanschouwbaar aanschouwbaarder aanschouwbaarst
verbogen aanschouwbare aanschouwbaardere aanschouwbaarste
partitief aanschouwbaars aanschouwbaarders -

aanschouwbaar

  1. duidelijk waarneembaar dus bijvoorbeeld niet alleen maar omschreven met woorden
    • De natuurkunde leraar wist met ijzerpoeder het magnetischveld aanschouwbaar te maken.