aanpassingsperiode
- Geluid: aanpassingsperiode (hulp, bestand)
- IPA: / ˈampɑsɪŋsˌperijodə / (7 lettergrepen)
- aan·pas·sings·pe·ri·o·de
- samenstelling van aanpassing en periode met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanpassingsperiode | aanpassingsperioden, aanpassingsperiodes |
verkleinwoord | aanpassingsperiodetje | aanpassingsperiodetjes |
de aanpassingsperiode v
- een periode die nodig is of verondersteld wordt nodig te zijn voor een aanpassing
- Deze personen kunnen na een aanpassingsperiode minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts weer geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2.
- aanpassingsbeleid, aanpassingsfactor, aanpassingskosten, aanpassingsprobleem, aanpassingsproces, aanpassingsprogramma, aanpassingsstoornis, aanpassingstactiek, aanpassingstechniek, aanpassingsvermogen
- Het woord aanpassingsperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.