aanpassingskosten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·pas·sings·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanpassingskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aanpassingskostenmv

  1. kosten die men moet maken om iets geschikt te maken voor een nieuwe, andere situatie
     De pilotgemeenten in Flevoland en Friesland kampen met forse vertraging. Op Vlieland, waar het gaat om 38 huizen met over het algemeen enthousiaste bewoners, duurt het proces veel langer. Dat komt onder meer door problemen met vergunningen. Ook in Garyp kost het veel meer tijd dan gedacht en is pas met 50 van de 600 woningen een akkoord gesloten. Bewoners vrezen dat de aanpassingskosten voor een woning van voor 1970 kunnen oplopen tot wel 70.000 euro.[1]
     Aanpassingskosten 700 miljoen[2]
     Een andere optie is je eigen munt creëren, maar ook daar zijn grote risico's aan verbonden. De verwachting is dat de waarde van de nieuwe munt in het begin sterk zal fluctueren en dat de Schotse economie in een recessie stort. Bovendien zijn de aanpassingskosten hoog. En wat doe je met alle spaartegoeden en pensioenen die Schotten in ponden hadden opgebouwd? Internationale banken als Credit Suisse voorspellen dat de consumenten massaal hun geld opnemen als Schotland voor onafhankelijkheid kiest en dat er sprake zal zijn van kapitaalvlucht.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Proef met aardgasvrije wijken verloopt niet overal even vlot” (Maandag 10 februari 2020, 07:59), NOS
  2.   Weblink bron “'Vier op de tien woningen kunnen niet van het gas af'” (Maandag 9 maart 2020, 09:29), NOS
  3.   Weblink bron “Welke munt krijgt Schotland?” (Maandag 15 september 2014, 16:49), NOS