aanloophaven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanloophaven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanlopˌhavə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·loop·ha·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanloop en haven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanloophaven | aanloophavens |
verkleinwoord | aanloophaventje | aanloophaventjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) haven waar de schepen onderweg even aanleggen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aanloophaven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.