aanhoudingseenheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·hou·dings·een·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanhoudingseenheid aanhoudingseenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanhoudingseenheidv

  1. (ordehandhaving) groep politieagenten die samen een of meer aanhoudingen verrichten als de openbare orde verstoord dreigt te raken
     Bij protesten, ook gisteren in Den Haag, worden ze tegen hun zin door omstanders gefilmd. Op sociale media krijgen ze de volle laag en afgelopen week werden er nog cel- en taakstraffen uitgedeeld aan relschoppers die hen belaagden. De leden van de aanhoudingseenheid van de politie zijn de laatste tijd vaker in beeld dan hen lief is, want bij voorkeur opereren ze zo anoniem mogelijk.[1]
     Later in de middag liep bij de Johan Cruijff Arena een groep Italianen rond die ook allerlei illegale voorwerpen bij zich had, zoals pepperspray, een mes, vuurwerk en een hoeveelheid flares ofwel fakkels. De ME besloot de groep in te sluiten met de hulp van leden van de aanhoudingseenheid. Er werden 61 fans gearresteerd.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Aanhoudingseenheid politie zichtbaarder: 'We krijgen van alles naar ons hoofd'” (05-09-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Meer dan honderd gewapende Italiaanse hooligans opgepakt in Amsterdam” (10-04-2019), NOS