Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·deel·koers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandeelkoers aandeelkoersen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aandeelkoersm

  1. (economie) waarde van de aandelen bepaald door de vraag en het aanbod van de aandelen op de beurs
    • Enerzijds kan de aandeelkoers van Perrigo onder druk komen te staan, waardoor het pakket van Coucke minder waard is. Maar vorige week lekt uit dat Perrigo aan Coucke geen kwijting wil verlenen voor zijn bestuursdaden in 2015. Als de aandeelkoers en obligatiehouders daarin meegaan, opent dat juridisch de weg om Coucke de schuld te geven voor de waardeverminderingen. [1] 
    • Fitbit heeft niet lang kunnen genieten van de winst van de feestdagen, schrijft Techcrunch. Vorige maand stegen de gezondheidsgadget en zijn apps naar de top van de App Store, wat zorgde voor een groei van 5 procent op de beurs. Een fijne bonus, het afgelopen jaar steeg de aandeelkoers al met 38 procent. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 12/mei/2016 door Wle
  2. NRC Hans Klis 6 januari 2016