Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·de·len·koers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandelenkoers aandelenkoersen
verkleinwoord aandelenkoersje aandelenkoersjes

Zelfstandig naamwoord

de aandelenkoersm

  1. (economie) waarde van de aandelen bepaald door de vraag en het aanbod van de aandelen op de beurs
Vertalingen

Gangbaarheid