Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aam·bei·en·lik·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aambeienlikker aambeienlikkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aambeienlikkerm

  1. (seksualiteit) (scheldwoord) man met een seksuele voorkeur voor andere mannen
    ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen